Sprookjesbos

Klein Duimpje

Er was eens een houthakker die een vrouw en zeven zoons had. De jongste van de zeven kinderen was heel klein. Hij was niet groter dan een duim. Daarom werd hij Klein Duimpje genoemd. 

Het gezin was erg arm. De ouders werden zo wanhopig dat ze besloten de kinderen achter te laten in het bos. Maar Klein Duimpje was slim. Hij strooide kiezeltjes zodat ze de weg terug konden vinden. Een paar weken laten probeerden de ouders het opnieuw. Ditmaal zorgden ze ervoor dat Klein Duimpje geen kiezeltjes kon strooien. Omdat hij niets anders had, strooide Klein Duimpje met broodkruimels. Maar toen hij zijn broertjes de weg terug wilde wijzen, waren alle kruimeltjes door de vogeltjes opgegeten. Snel klom hij in een boom. “Ik zie in de verte een huis, daar wonen vast mensen.” Helaas woonde er geen mensen maar een reus. Toch mochten ze van de vrouw van de reus een nachtje blijven slapen omdat ze zo moe waren. “Maar, pas op! Jullie moeten heel stil doen. De reus mag niet wakker worden.” 

De volgende ochtend gingen de zeven broertjes er weer snel vandoor. Maar… De reus was ze op het spoor. Ze renden en renden, maar de reus was veel sneller. Hij had Zeven Mijls Laarzen waarmee hij enorme stappen kon nemen. “Snel, ik weet een grot waar we ons kunnen verstoppen”, zei Klein Duimpje. “Daar kan de reus ons vast niet vinden.” Moe van het zoeken viel de reus, vlakbij de verstopplaats, in een hele diepe slaap. Weer kreeg Klein Duimpje een plan. “Wat zou er gebeuren wanneer ik die Zeven Mijls Laarzen te pakken zou kunnen krijgen…?”

Ontdek meer sprookjes

Breng meer tijd in het park door


En blijf sprookjesachtig overnachten. Boek een overnachting in één van onze hotelkamers of vakantiewoningen!